Claude C. Hopkins

KORT: ‘Goeie’ humor doet reclame minder lijken op reclame en maakt het aanvaardbaar en verteerbaar. Grappig is dus zeker oké zolang het je boodschap maar niet overheerst of een loopje neemt met je geloofwaardigheid. M.a.w., brengt jouw bedrijf alles behalve convenience goods aan de man, leg dan voor de zekerheid je grappenmakers
even het zwijgen op.

Humor heeft het talent om meteen de aandacht op te eisen en met resultaat. Jingles blijven hangen, grappen worden naverteld, acteurs worden nageaapt. Alleen ligt de focus daar vaak verkeerd waardoor we vergeten over welk merk of product het eigenlijk gaat. Niet meteen interessant voor de cijfers dus.
Humor kan bovendien ook totaal de mist ingaan wanneer een grap niet begrepen wordt of er onbewust tegen de schenen van de doelgroep wordt geschopt. Zeker bij geschreven media, die niet worden ‘geholpen’ door grappige acteurs of jingles, en waar meer ruimte is voor interpretatie.

KORT: Zet humor niet in om simpelweg grappig te zijn.
Humor moet bedoeld zijn om via een positieve emotie de focus te leggen op de kern en het doel van een campagne. Als bijvoorbeeld de boodschap duidelijker wordt door het inzetten van leuke en herkenbare situaties, dan kan er grap van af. Als dat de doelgroep dan ook nog eens converteert, dan mag er al eens ferm gelachen worden.

Humor trekt aan en kan ervoor zorgen dat we (1) met een lach en een goed gevoel een reclame doorkomen, (2) zowaar de link leggen met het merk of de afzender en (3) zelfs de boodschap opslaan. Een ‘goeie’ grap zorgt voor positieve emotie. Uit onderzoek blijkt dit rechtstreeks kan zorgen voor een positieve merkassociatie en zomaar kan leiden tot 'spontane' conversie.
Jawadde dadde. Dus springen we op een doordachte manier om
met onze grappen, dan kan dat wel degelijk iets opbrengen.