Beelden: Zoe Beloff 'Emotions go to work'
Sinds de negentiende eeuw verschaft het menselijke lichaam wetenschappelijke data en worden gevoelens gecatalogiseerd. Vandaag transformeren emoties door middel van technologie tot goederen van goudwaarde: emotie wordt kapitaal. Slimme apparaten proberen vertrouwen te winnen om zo weer informatie te verzamelen. Waar leidt deze evolutie heen? Kunnen technologische systemen onze emoties begrijpen? Zullen emoticons ons gevoelsleven bepalen? Hoe zal technologie de aard van onze wensen beïnvloeden, als ze steeds meer emotionele karakteristieken vertoont? In ‘Emotions go to work’ (Museum Dr. Guislain) nam kunstenares Zoe Beloff het op de korrel en Miene ging kijken.
Slimme TV’s, slimme wasmachines, slimme wagens, slimme telefoons, slimme computers, …. De slimme voorwerpen. Ze worden aan ons gelinkt. Het zijn onze vrienden, onze metgezellen. Onze digitale levenspartners die kunnen inspelen op al onze wensen en frustraties. Onze digitale familie. Die observeert en registreert. Affectieve data wordt verzameld om ons meer en meer te binden aan hun rijk.
Hoe zal onze relatie met de slimmeriken die het Internet der dingen vormen verlopen? Gaan ze hun belofte waarmaken? Zullen ze zorgen voor meer vrijheid? Of vormen ze een bedreiging? Faciliteren ze een bedrijfswereld die zich geleidelijk aan steeds dieper weet te nesten in ons lichaam en onze geest?

Later werd de dubbele punt streepje haakje vervangen door een illustratie. Ze duiken voor het eerst op aan het einde van de 20e eeuw op Japanse gsm’s. Sindsdien evolueerden ze naar levensechtere afbeeldingen. Emoji opereren als schakels tussen gewone mensen en bedrijven. Het zijn bedrijfsinstrumenten die gebruikt worden om emotionele data te verzamelen. Want emoji worden ervaren als leuk en gemakkelijk.
De ASCII-voorstelling van emoticons heeft door de jaren heen de nodige ontwikkelingen doorgemaakt en variaties gekend.
Wat opvalt is dat vaak de '-' (de "neus" van het emoticon) kwam te vervallen. :-D werd :D

In 1963, toen er nog amper computers bestonden, ontwierp Richard Ball de eerste analoge Smiley voor een reclamecampagne. De Smiley moest een soort glimlachende zon voorstellen. Hij kreeg 45 dollar voor zijn ontwerp.
Het figuurtje werd populair in de jaren ’70 via de broers Murray en Bernard Spain die het op allerhande gebruiksvoorwerpen drukten. In de jaren ’80 kennen we de Smiley vooral als logo voor de muziekgenres acid house en new beat.
De computersmiley kwam veel later. In 1982 typte Scott Fahlman, een onderzoeker bij IBM, de eerste dubbele punt streepje haakje op een bulletinboard, de voorlopers van websites.
Wat gebeurt
er met onze affectieve data?
Die wordt online opgeslagen. In the cloud. Deze informatie, zoals onder andere miljoenen snapshots, wordt gebruikt om artificiële intelligentie te trainen in het aanleren van pseudo-emotionele eigenschappen. Hierop gebaseerd maakte Zoe Beloff een imaginaire voorspelling.
Gezien meer en meer emotionele data worden bijeengesprokkeld en opgeslagen, kunnen we ons monsterlijke data clouds inbeelden, die door de lucht zweven in de vorm van een menselijk gelaat: mobiele, wisselende uitdrukkingen gebaseerd op affectieve data van miljarden mensen.
(voor de ongeduldigen: start vanaf 5:00)
Bronnen: Wikipedia, 'Emotions go to work' Museum Dr. Guislain, ZoeBeloff.com
En wat als al onze slimme apparaten plots doordrongen geraken van een overdaad aan emotie?
Mogen we ons dan verwachten aan taferelen zoals in deze Betty Boop film van Dave Fleischer uit 1934?